Vliegers in de vorm van een havik moeten voorkomen dat vogels op het Sluisbuurtbouwterrein hun nesten bouwen.
Patrick Meershoek3 mei 2017, 11:30
Broedvogels moeten nu ophouden met lezen. De zeven roofvogels die momenteel dreigend boven het kale bouwterrein van de toekomstige Sluisbuurt in Oost hangen, zijn geen echte roofvogels, maar vliegers in de vorm van een havik, daar neergezet om te voorkomen dat meeuwen en andere vogelsoorten op de zandvlakte nestelen.
En het werkt, zegt Peter van Poelgeest van Duurzaam Fauna Advies uit Purmerend, het bureau dat in opdracht van de gemeente de vogels op een vogelvriendelijke manier van het bouwterrein moet houden. “Je weet natuurlijk nooit helemaal zeker wat er zou zijn gebeurd als je niets zou hebben gedaan, maar de resultaten zijn goed.”
Vliegende vogelverschrikkers
De vliegers fungeren als vliegende vogelverschrikkers. Ze wegen maar een paar gram, zodat ze ook bij windstilte in de lucht blijven hangen. “Af en toe maken ze wel een duikeling, maar dat is alleen maar goed voor het beeld,” zegt Van Poelgeest. “De vliegers moeten ook niet langer dan een paar weken hangen – dan krijgen de andere vogels argwaan.”
Met behulp van de plastic vliegers kan de gemeente het bouwterrein bij de Piet Heintunnel vrij van broedvogels houden. Er wordt nu nog volop ruziegemaakt over de ideale hoogte van de woontorens die daar moeten verrijzen, maar vooruitlopend op de bouw wil Amsterdam beschermde vogel- en diersoorten zoveel mogelijk op afstand houden.
Amsterdam neemt daarmee een bijzondere positie in.
In de meeste gemeenten wordt het aan het humeur van de ontwikkelaar overgelaten wat er met vogelnesten op het bouwterrein gebeurt, maar de hoofdstad – met zijn traditionele zwak voor de zwakken – gaat ver in het doorvoeren van diervriendelijk beleid, mogelijk ook om te voorkomen dat de Partij voor de Dieren in de raad weer een reeks vervelende vragen indient.
Diervriendelijke maatregelen.
Van Poelgeest was eerder politiek actief als Statenlid voor dezelfde partij, maar voelde zich daar als een dolfijn in het dolfinarium: niet echt gelukkig. Nu adviseert hij gemeenten en particuliere opdrachtgevers over diervriendelijke maatregelen.
In zijn nieuwe rol kan hij volgens eigen zeggen meer betekenen voor de flora en fauna.
“Natuurlijk moet ik nu meedenken met de opdrachtgever. Het kan de gemeente veel geld kosten als een kokmeeuw op het terrein gaat nestelen. Dat belang zie ik ook wel. Als dat op een diervriendelijke manier kan worden voorkomen, heb ik er geen moeite mee.”
Honderd duivennesten
Bovendien wil de gemeente dat het werk goed gebeurt. “Op hetzelfde terrein is een heel stuk struweel waar allerlei interessante zangvogels zitten, zoals de fitis en het witgatje. Die mogen vooral niet worden verstoord door onze vliegers, dus daar blijven we ook nadrukkelijk uit de buurt. Zo wil de gemeente het ook.”
In Amsterdam is het prettig werken, zegt Van Poelgeest. “De stad neemt het onderwerp echt serieus. Vorig jaar is de brug bij de Klaprozenweg gesloopt. Onder de brug zaten honderd duivennesten. We hebben al die nesten genummerd. Alle nieuwe nesten zijn verwijderd, maar de duiven die er al zaten, hebben hun broedsels rustig mogen afmaken.”