Algemene informatie
Hoogst waarschijnlijk stammen onze huiskippen af van het Bankiva-hoen, ofwel de gewone boshoen (Gallus gallus), een in het wild levende hoenderachtige die voorkomt in ZuidoostAzië. De geschiedenis leert ons dat er reeds in het jaar 3200 voor Christus huishoenders gehouden werden in Azië, vooral in India. De eerste gedomesticeerde kippen kwamen rond het jaar 700 voor Christus op het Europese continent terecht waarbij vooral kloosters in ZuidEuropa hun oog lieten vallen op deze makkelijk te fokken diersoort. De kloosterlingen hielden de dieren voor het vlees en de eieren. Tegenwoordig komen kippen vrijwel overal ter wereld voor zelfs op plekken waar we ze uit dierenwelzijn oogpunt liever niet willen hebben zoals in woonwijken en langs snelwegen.
Eeuwenlang werden kippen loslopend bij boerderijen gehouden. Ze moesten doorgaans maar zien hoe ze aan de kost kwamen en werden in het beste geval wat bijgevoerd. Overnachten deden ze in schuren, bomen en stallen. De eieren werden door de boeren voor eigen gebruik geraapt, als ze tenminste gevonden werden. Zo niet, dan was het gevolg vaak een nieuwe toom kuikens waarbij het lot van de overtollige dieren reeds bepaald was. Aan het eind van de negentiende eeuw kwam er aandacht voor de economische waarde van kippen en werden de dieren voornamelijk nog in hokken gehuisvest. Door de verbeterde huisvesting en voeding werd vooral de eierenproductie geoptimaliseerd en deden soorten zoals de leghorn, als leggers van grote eieren, hun intrede. De ontwikkelingen naar de uiteindelijke hybride productiekippen, zoals we die tegenwoordig in de legbatterijen en de scharrelsturen zien, volgen elkaar nu snel op.
Overwegingen vooraf
Weet waar u aan begint
Kippen zijn ten opzichte van andere huisdieren veel minder veeleisend, maar zijn hebben desondanks wel elke dag voeding en vers water nodig, en het hok moet geregeld worden schoongemaakt. Ook dient er tijdens een afwezigheid voor bijvoorbeeld een vakantie zorg gedragen te worden voor het feit dat de dieren niet de nodige zorg onthouden wordt. Over het algemeen hoeft het houden van kippen niet duur te zijn, zeker niet wanneer u een enkel toompje houdt. Toch moet u in elk geval rekening houden met de aanschaf of bouw van een goed en deugdelijk hok. Daarbij kan het voorkomen dat uw kippen een ziekte onder de leden krijgen waarvoor u een dierenarts moet consulteren. Hoewel dit een kostbare aangelegenheid kan zijn, mag dit de dieren niet uit kostenoverweging worden onthouden. Een goede voeding, verzorging, huisvesting en het tijdig signaleren van de meest voorkomende ziekten zullen daarentegen dierenartsbezoek kunnen voorkomen, hierover later meer.
Een haan hoeft niet perse
Hennetjes hebben geen haan nodig om gelukkig te zijn en de onderlinge rangorde levert, aan het gebrek aan een haan, meestal ook geen problemen op. Vaak neemt een van de hennen de taak van haan op zich. Ze wordt wat dominanter en gaat zich ‘hanig’ gedragen waarbij zelfs een mislukte poging om te kukelen soms kan worden waargenomen. Valt toch u keuze op een haan en u heeft mogelijkheden om er een te houden, houdt er dan rekening mee dat de haan uw hennen zal bevruchten. Zo lang de bevruchte eitjes niet bebroed worden, is er niets aan de hand en verschilt een bevrucht ei niet van een onbevrucht ei. U kunt het gewoon eten en proeft het verschil ook niet. Anders is het als het bevruchte ei al één of meer dagen bebroed is.
Overlast door hanen voorkomen
Het is goed om te weten dat de eventuele geluidsoverlast door hanen voor een groot deel te voorkomen is. De meeste mensen die zich storen aan gekraai, hebben vooral problemen met het vroege tijdstip waarop een haan het begin van een nieuwe dag aankondigt. Hanen kraaien normaliter bij het ochtendgloren. Met een geblindeerd, afgesloten en geïsoleerd nachthok kan de overlast van gekraai in de vroege ochtenduren voorkomen worden. Er dient echter voor de gezondheid van dieren wel rekening gehouden met voldoende frisse lucht. Mochten hanen midden in de nacht kraaien dan is het dier vrijwel altijd gestoord in zijn nachtrust. Een goedkoper inbraakalarm, waar je altijd op kunt vertrouwen, is er dan ook niet. De ene haan zal minder schel en ook korter kraaien dan de ander maar in zijn algemeenheid kan je stellen dat alle hanen vroeg of laat aan hun concurrenten laten weten waar zijn territorium is. Wanneer men de buren zo nu en dan trakteert op een doosje heuse scharreleieren van uw eigen kippen zult u zien dat er veelal meer begrip ontstaat voor uw hobby en maken zij ook kennis met de prettige kanten hiervan.
Hoeveel hennen en hanen
Hoeveel hennen en hanen u kunt nemen, hangt in grote mate af van hoeveel ruimte u beschikbaar hebt. Wanneer u alleen maar een paar dieren voor de hobby wilt nemen en u niet het plan heeft om er mee te fokken, kunt u het beste een haan met minstens twee of drie en met een maximum van 8 hennen aanschaffen. Heeft u echter voldoende ruimte en mogelijkheden om de dieren los rond het huis te laten lopen, dan zijn er zelfs mogelijkheden om meerdere hanen te houden. De ruimte biedt de hanen de mogelijkheid dat ze elkaar kunnen ontlopen, en de hennen kunnen zich voegen bij de harem van de haan waar ze zich het prettigst bij voelen. Wanneer u echter niet de mogelijkheid om uw kippen los te laten lopen beperkt u zich dan in ieder geval tot maximaal 1 haan.
Benodigde ruimte
Wanneer men kippen wenst te houden in een afgesloten ruimte is het belangrijk om rekening te houden hoeveel ruimte minimaal wenselijk is. Doorgaans hebben kippen voldoende aan een leefoppervlak van zo rond anderhalf tot twee vierkante meter per dier. Dit zijn echter wel de minimummaten, en het spreekt voor zich dat elke meter die u de dieren meer kunt bieden, welkom is. Het zal hun levensvreugde en vitaliteit ten goede komen, en bovendien geeft het houden van weinig kippen op een groot oppervlak minder werk en andersom. De kans dat er ziekten uitbreken is ook het grootst wanneer veel dieren bij elkaar in een (te) kleine ruimte gehouden worden. Wanneer u echter de kippen dagelijks de kans geeft om enkele uren de benen te strekken in de tuin zou een hok met kleinere afmetingen ook prima kunnen volstaan.
Introductie nieuwe kippen
Wanneer u al enkele kippen hebt en er nieuwe bij wilt plaatsen, doe dit dan bij voorkeur ’s avonds als de dieren op stok zitten en het donker is. Op klaarlichte dag kippen toevoegen aan een bestaande groep is geen goed idee. De ‘oude’ dieren kunnen de nieuwe, die ze als indringers zien, namelijk gaan belagen, met soms fatale gevolgen voor de nieuwkomers. In het donker zijn kippen niet actief en vindt de acceptatie van nieuwkomers veel makkelijker plaats. Tegen de tijd dat het licht wordt, zijn de dieren vaak al aan elkaar en aan elkaars geur gewend, maar het is wel aanbevelenswaardig om de dieren in het begin even in de gaten te houden. Kleine schermutselingen in de groep zijn onvermijdelijk, omdat de sociale rangorde verstoord is. Het duurt dan ook enige dagen voordat de nieuwe rangorde is vastgesteld.
Huisvesting
Het nachthok
Ongeacht hoeveel kippen u heeft en wat uw plannen zijn, hebben alle kippen een nachthok nodig waar ze veilig kunnen slapen en zich terug kunnen trekken bij koude, wind en regen. Bij de bouw van een nachthok moet u rekening houden met verschillende zaken. Zo is het belangrijk dat u de voorzijde van het hok zo mogelijk situeert op het zuidoosten. De kippen kunnen dan profiteren van de ochtendzon en het hok staat op het heetst van de dag met het front in de schaduw. Bouw bij voorkeur het hok op een plaats die in de luwte ligt zodat tocht geen kans krijgt. Wanneer u slechts enkele kipjes wilt houden, dan zijn er kant-en-klare kippenrennetjes met binnenhokken op een ‘verdieping’ te koop.
Ofschoon het hok goed geïsoleerd en tochtdicht moet zijn, is het uiterst belangrijk dat er voldoende ventilatie kan plaatsvinden. Let hierbij wel op dat ongedierte zoals muggen niet of nauwelijks een kans krijgen om binnen te dringen. Het verwarmen van het hok is absoluut niet nodig, kippen kunnen uitstekend tegen kou, zelfs tegen strenge vrieskou, mits ze maar droog en uit de wind kunnen overnachten.
Bij de afwerking van het hok dienen de naden aan de binnenkant, voor het voorkomen van parasieten, zoveel mogelijk te worden weggewerkt. Gebruik als bodembedekking bij voorkeur houtmot, schoon scherp zand of een mengsel hiervan. Stro is wel geschikt mits het niet te lang is, gebruik daarom liever gehakseld stro. Aangezien kippen ‘s nachts het liefst op stok gaan is het aan te bevelen om op gelijke hoogte rechthoekige (rond geeft te weinig steun) zitstokken te plaatsen. Normaliter ‘passen’ er op één strekkende meter vier tot vijf kippen.
Vrije Uitloop
Er kleven enkele nadelen aan het los rond laten lopen van uw kippen. Voor de dieren zelf geldt dat ze dan niet beschermd zijn tegen eventuele belagers, zoals roofvogels en honden. Voor u zelf kan het vervelend zijn als u graag een keurige tuin heeft. Kippen krabben namelijk in de aarde, nemen een uitgebreid zandbad in uw borders en laten hier en daar ook wat ontlasting vallen. Voor de kippen zelf is het vrij kunnen rondlopen de meest natuurlijke en prettigste manier van leven. Ze kunnen zelf hun voedsel zoeken en zijn de hele dag dan ook druk in de weer. Hierdoor blijven de dieren ook in een goede conditie en vervetten ze niet. Kippen kunnen op deze wijze bovendien voor een groot deel hun kostje bij elkaar scharrelen en menig insect, wormpje, slakje en ontluikend onkruidje meepikken. Om te voorkomen dat de kippen ’s avonds niet uit zichzelf hun nachthok opzoeken kunt u het beste de kippen na aanschaf de eerste dagen in hun nachthok houden, en ze pas daarna los te laten. Ze zien hun nachthok dan als ‘thuishaven’. Wanneer u ’s avonds voert in het nachthok, hebben de kippen dat snel genoeg door en komen ze keurig elke avond terug naar het hok.
Verzorging
Hygiëne
Een van de belangrijkste dingen waar u rekening mee dient te houden bij de verzorging van uw kippen, is hygiëne. Wanneer u de hygiëne in acht neemt, en niet te veel kippen op een klein oppervlak houdt, is de kans erg klein dat u te maken krijgt met ziekten en parasieten. Deze kunnen namelijk alleen vrij spel krijgen als er stress ontstaat door een te hoge bezettingsgraad en als het hok te weinig wordt schoongemaakt. Een uitzondering op deze regel wordt gevormd door luizen. Hoe goed u uw kippen ook verzorgt; besmetting via mussen en andere wilde vogels is vrijwel niet te vermijden. Een goede stelregel om problemen door vervuiling te voorkomen, is dat u het nachthok en de ren niet schoonmaakt als dat nodig is, maar voordat het nodig is.
Schoonmaken
Hoe vaak u moet schoonmaken, hangt af van de bezetting van het hok. Hebt u weinig kippen en hebben ze een vrije uitloop, dan hebt u er veel minder omkijken naar dan wanneer u meer dieren in een afgesloten ruimte houdt. De waterbakken dienen dagelijks gereinigd en ververst te worden. Het dagelijks verwijderen van pasgelegde eieren spreekt ook hierin voor zichzelf. Het is verstandig om eens per week tot eens per maand de zitstokken af te nemen met een desinfecterend middel. Desinfecteer de legnesten in de zomer liefst maandelijks, en in de winter ongeveer eens per twee maanden. Verschoon het stro of grit in de legnesten eens per maand. Het verschonen van de vloer van het nachthok is afhankelijk van de bezettingsgraad maar dient toch minimaal wel eens in de twee tot drie maanden plaats te vinden. Een goede vuistregel voor het verversen van de bodembedekking is dat het strooisel altijd droog moet aanvoelen. Is het vochtig, dan moet er ververst worden.
Nagels, sporen en snavel
De meeste kippen zijn sterke dieren die op zich weinig verzorging verlangen. Een aantal zaken dient u echter wel in het oog te houden. Zo is het niet goed voor het dier wanneer de nagels te lang worden. Kijk dit regelmatig na, en knip de nagels als dat nodig is wat korter met een goede, voor dieren bestemde nageltang. Normaal slijten de nagels op een natuurlijke wijze doordat de kippen actief naar voedsel zoeken, mits de ondergrond hard is. Kippen die in hokken met houten bodems gehouden worden, krijgen daarom wel eens last van te lange nagels.
Hanen hebben over het algemeen sporen aan hun poten. Dit zij hoornachtige puntige uitsteeksels. Bij sommige hanen worden deze sporen erg lang of groeien ze terug in het vlees van de poten. In zo’n geval is het het beste om de sporen in te korten.
Ook wil het wel eens gebeuren dat de bovensnavel te ver doorgroeit. Dit is niet alleen ontsierend, maar dit kan de kip ook hinderen bij het voedsel opnemen. De te lange snavelpunt kan dan ook het beste geregeld worden ingekort. Wanneer u zich zelf niet in staat ziet om deze ingrepen uit te voeren kunt u hiervoor altijd bij een dierenarts terecht.
De rui
De rui is een jaarlijks terugkerend proces waarbij de kip haar veren een voor een afwerpt en er nieuwe voor in de plaats krijgt. Normaliter neemt dit proces een of twee maanden in beslag. Wanneer een hen in de ruiperiode is, legt ze meestal geen eieren; ze heeft, zeker aan het einde van de ruiperiode, al haar energie nodig voor de aanmaak van een nieuw verenpakket. De rui is een ware aanslag op de gezondheid van de kip. De kam en de kinlellen worden kleiner en de kop wordt bleek. Voor de opbouw van het nieuwe verenpak is veel energie en eiwit nodig. Het is dan ook verstandig de kippen in de ruiperiode te voorzien van aangepast voedsel.
Voeding
Alleseter
Kippen zijn alleseters. Wanneer ze een vrije uitloop hebben, eten ze zowel zaden en bessen als insecten, wormpjes, slakjes en groenvoer. Afhankelijk van het seizoen en wat voorhanden is, kunnen de dieren zelf bepalen wat ze nodig hebben naast het voer dat ze van hun verzorger krijgen. Worden kippen als huisdier in een hok met ren gehouden, dan kunnen ze niet zelf hun voedsel bij elkaar scharrelen. Het is dan aan de eigenaar om ze een verantwoorde, uitgebalanceerde voeding voor te schotelen.
Aanschaf en bewaren van voer
Bewaar graanvoer en pluimveekorrel of –meel altijd in een goed afgesloten tonnetje in een droge, koele ruimte. Laat de voerton nooit openstaan, want dan komt er stof in het voer, lopen de vitaminen sneller terug en komt er ongedierte op af. Heeft u slechts enkele dieren, koop dan liever kleine verpakkingen dan eens per half jaar een grote zak voer. Hoe ouder het voer is, hoe lager het vitaminegehalte zal zijn. Als vuistregel geldt dat het voer binnen drie maanden na de productiedatum verbruikt moet zijn.
Complete voeding
Kant-en-klaar kippenvoer is er in korrel- en meelvorm. In het pluimvee- of legmeel zitten dezelfde voedingsstoffen als in de korrelvorm; het is alleen niet in een korrel-of staafjesvorm geperst. Een voordeel van kant-en-klare geperste korrels ten opzichte van gemengd graan is dat de kippen niet de lekkerste voerbestanddelen uit kunnen kiezen. Ze krijgen dus alle benodigde stoffen binnen. Let bij de aanschaf van geperste korrels op dat de korrelgrootte is aangepast aan de grootte van uw dieren. Kleine kippen willen nogal eens moeite hebben om de standaardlegkorrels op te nemen; ze zijn voor deze dieren aan de grote kant. Producenten van kippenvoer houden echter rekening met het feit dat er diverse groottes kippen zijn en hebben daarop hun assortiment aangepast. Overigens is er ook speciaal voor kuikens gemaakt volledig meel- of korrelvoer op de markt zodat ook deze aan hun trekken komen.
Graanvoer
Gemengd graan bevat doorgaans tarwe, haver, maïs en gerst, soms aangevuld met kleine zonnebloempitten. Geef dit als bijvoeding, niet als basisvoer. Wanneer kippen weinig ruimte en beweging hebben kunnen ze snel te dik worden wanneer ze te veel graan (bij)gevoerd krijgen. U kunt wel uitsluitend gemengd graan geven aan broedse kippen of kippen die in de rui zijn. Kant-en-klaar kippenvoer is calciumrijker en stimuleert daardoor mogelijk de leg.
Hoeveelheden
Het is niet eenvoudig aan te geven hoeveel compleet voer kippen precies nodig hebben. Dit is afhankelijk van hun grootte, de mate waarin ze belast worden (bezigheid, broedsheid, leggen) en de omgevingstemperatuur. In de winter heeft een kip meer voeding nodig om de lichaamstemperatuur op peil te houden dan tijdens een warme zomer. Volwassen kippen eten gemiddeld dertig tot honderd gram voer per dag. Lopen de dieren vrij rond, dan is beperkt bijvoeren het advies. U kunt uw loslopende hoenders hun voer het beste tegen de avond geven, in het nachthok. U lokt ze op deze wijze naar een plaats waar ze ’s nachts veilig kunnen slapen.
Groenvoer
Naast een volledig voer hebben kippen behoefte aan wat vers groenvoer. Hiervan kunt u de dieren dagelijks wat geven, het liefst zo gevarieerd mogelijk. Hierbij kunt u denken aan fruit zoals appel, peer, bessen en frambozen maar ook aan groenten zoals wortel, broccoli, sla en loof van uien en bieslook.
Grit en maagkiezel
Kippen hebben naast dit alles ook grit nodig. Grit bestaat uit gebrande en gemalen oesterschelpen. De kalk die daarin zit, hebben de hennen hard nodig voor het produceren van de eischaal. Bovendien bevat het mineralen die het goed kan gebruiken. Maagkiezel zijn kleine steentjes, die scherper zijn dan grit. Maagkiezel heeft een belangrijke functie in het spijsverteringsstelsel van de kip. Kippen ‘kauwen’ hun voedsel met maagkiezel, die – nadat de dieren de steentjes hebben opgenomen – in de spiermaag terechtkomt. De kiezel heeft een zelfde werking als molenstenen. De steentjes kneuzen het graan, waardoor het gemakkelijker te verteren is. Zowel kippen met een vrije uitloop als kippen in een vaste ren zijn gebaad bij het feit dat zij deze kalk- en mineraalrijke producten krijgt aangeboden.
Drinkwater
Drinkwater is onontbeerlijk voor elke kip, en zeker voor een hen die aan de leg is. Een ei bestaat voor een groot gedeelte uit water en dat water moet de hen ook kunnen opnemen, naast het water dat ze voor haar eigen lichaam nodig heeft. Al wanneer een hen slechts een enkele dag niet heeft kunnen drinken, kan haar eierproductie voor een langere periode stoppen. Het drinkwater dat u geeft, moet elke dag ververst worden.Het is moeilijk aan te geven hoeveel water een kip nodig heeft. Ook dit is sterk afhankelijk van onder meer de omgevingstemperatuur en de grootte van het dier. Zorg er in ieder geval voor dat de kippen nooit tevergeefs naar de drinkbak hoeven te gaan.
De Leg
Waarom legt een kip eieren? Kippen, sommige kwartels en een aantal gedomesticeerde ganzen- en eendenrassen hebben een merkwaardige eigenschap. Ze willen zich voortplanten, en leggen dus eieren, ook als er geen mannelijk dier aanwezig is. Bovendien blijft het eieren leggen bij de gemiddelde kip niet beperkt tot in een bepaald seizoen, zoals bij andere vogels. Dit fenomeen berust op een erfelijke factor. De eigenschap om enkel eieren te leggen als er gepaard is, in de voortplantingsperiode, is in de loop van de tijd min of meer ‘eruit gefokt’. Echte legkippen kunnen wel driehonderd eieren per jaar leggen, of meer. Veel kippenrassen en in het wild levende kippen leggen vaak veel minder eieren, en de leg beperkt zich doorgaans tot de lente en zomer.
De kip en het ei
Hennen kunnen vaak al eieren leggen als ze pas vier of vijf maanden oud zijn. Van hennen van die leeftijd wordt vaak gezegd dat ze ‘tegen de leg aan zitten’. De kopversierselen worden dan wat groter en ze worden roder van kleur. Een andere opvallende eigenschap van een hen ‘tegen de leg’ is dat ze gaan ‘praten’. Dit wordt zo genoemd, omdat de hennen heel zacht geluiden produceren die het meest doen denken aan binnensmonds babbelen. De meeste eieren legt de hen in het eerste legseizoen. Na het legseizoen vernieuwt ze haar verenpak, en begint ze opnieuw te leggen. In haar tweede legseizoen legt een hen minder eieren, maar deze zijn doorgaans groter dan de eieren van het eerste seizoen. Zodra een hen ongeveer vijf of zes jaar oud is, zal ze veel minder tot helemaal geen eieren meer leggen. Dit wordt dan een incidentele gebeurtenis die tot op hoge leeftijd kan doorgaan.
Het leggen van eieren
Hennen zullen bij voorkeur een rustige, donkere, veelal in het nachthok gelegen, plek opzoeken waar zij hun ei gaan leggen. Wanneer er voldoende plek in het hok aanwezig is verdiend het de voorkeur om zo een plek te creëren door het plaatsen van zogenaamde ‘legnesten’. Het leggen van een ei neemt enige tijd in beslag. Gemiddeld is een kip hier anderhalf tot soms twee uur per dag mee bezig. Het legnest moet voor de dieren dan ook beslist comfortabel en ruim zijn. De hoeveelheid legnesten die u moet maken, is afhankelijk van het aantal hennen dat u hebt. Doorgaans is het voldoende als u één legnest per drie hennen aanbrengt. Voorkeur verdient het om alle legnesten op gelijke hoogte aan te brengen en minimaal tien centimeter boven de grond.
Kippen eieren verschillen niet alleen in grootte en vorm, maar ook van kleur. De kleur kan variëren van spierwit tot donkerbruin, met alle tinten beige, bruin en roodachtig daartussen. Normaal gesproken is de kleur van de eieren gerelateerd aan die van de oren. Zo leggen dieren met witte oren witte eieren, en hennen die rode oren hebben doorgaans bruingetinte eieren. De eischaal krijgt zijn kleur in de eigang. Dit is de laatste fase van de vorming van het ei. Het proces begint als er een rijpe eidooier los komt van de eierstok. Om deze dooier vormt zich het eiwit, dat omsloten wordt door een vlies. In het eiwit bevinden zich de zogenaamde hagelsnoeren. Dit zijn kraalachtige eiwitstructuren die een verbinding vormen tussen de dooier en het vlies aan de binnenzijde van de schaal. De functie van deze hagelsnoeren is om de dooier op zijn plaats te houden. Het ei volgt zijn weg door het lichaam met draaiende bewegingen en krijgt hierdoor zijn uiteindelijke vorm. In de laatste uren van het proces wordt de schaal gevormd. Tijdens de opbouw van de schaal wordt ook kleurstof afgezet. Deze bevindt zich alleen in de buitenste lagen van de schaal.
Bevrucht of onbevrucht
Wanneer uw buiten kippen ook een haan heeft is de kans groot dat de eieren die u raapt, bevrucht zijn. Wanneer u de eieren echter raapt op de dag dat ze gelegd zijn en ze dus niet of nauwelijks zijn bebroed, is er geen enkel verschil te zien of te proeven tussen een bevrucht en een onbevrucht ei. Bevruchte eieren kunt u dus gewoon eten, ook nog enkele weken na het rapen. Pas als een bevrucht ei daadwerkelijk wordt bebroed door een broedse kip, zal het zich razendsnel ontwikkelen en laat het zich niet meer consumeren.
Broedsheid
Kippen die broeds zijn, blijven op hun eieren zitten en ze houden gedurende deze periode op met leggen. Als het niet de bedoeling is dat uw hen de eitjes uitbroedt, is broedsheid ongewenst. De broedsheid houdt doorgaans drie weken aan. In de broedse periode eten veel hennen niet of nauwelijks. Een broedse hen bewaakt haar eieren meestal furieus, zodat het soms lastig is om de eieren bij haar vandaan te halen. Het beste kunt u haar van haar eieren afhalen en haar enkele dagen in een aparte ruimte, waar geen enkele broedgelegenheid is, laten ‘afkoelen’. Eventueel gezelschap van een haan of hen kan in deze geen kwaad. Wanneer men geen kuikens wil is het dus zaak dagelijks alle eieren te rapen.
Legproblemen
Kippen hebben een flexibel, open bekken. Dat hebben ze hard nodig om een ei te kunnen leggen. Helaas kan het voorkomen dat een hen eieren legt die eigenlijk te groot zijn voor haar bouw. Als gevolg van te veel persen kan de eileider gaan uitzakken, en ziet u een deel hiervan aan de buitenzijde van de kip hangen. Het is dan zaak snel te reageren, omdat de onbeschermde eileider veelal wordt aangepikt door de andere kippen. Zet het dier zo snel mogelijk apart. Maak de uitgestulpte legdarm goed schoon en verwijder het ei. Dit gaat het beste met lauw water dat eerst gekookt heeft. Hierna moet de legdarm voorzichtig weer naar binnen geduwd worden. Het probleem is echter dat dit vaak slechts eventjes helpt en de darm dezelfde dag of enkele dagen later toch weer uitstulpt. Wellicht kan de dierenarts de kip helpen, maar ook voor hem of haar is het een lastig probleem. Blijft de darm naar buiten komen, dan zit er niets anders op dan de kip uit haar lijden te laten verlossen.
Soms kan het gebeuren dat een hen in legnood komt. Het dier vertoefd dan veel in het legnest, maar legt gewoonweg geen ei. Meestal gaat het om een jonge hen die haar eerste eitje moet leggen. Het kan dan helpen het dier anaal wat medicinale vloeibare paraffine toe te dienen, en tevens wat paraffinezalf aan te brengen rond de cloaca. Ook slaolie wordt wel gebruikt voor dit doel. Zet het dier vervolgens apart en liefs in een vrij warme omgeving. Meestal kan de hen dan nog dezelfde dag of een dag later ‘haar ei kwijt’.
Ziekten, afwijkingen en parasieten
Voorkomen is beter dan genezen
Veel ziekten en afwijkingen die bij kippen voorkomen, kunnen met de juiste medicatie worden genezen, maar helaas andere ook weer niet. Daarom kunt u er beter alles aan doen om te voorkomen dat uw dieren ziek worden. Houd u daarom aan de volgende regels:
- zorg voor voldoende ventilatie in het kippenverblijf (geen tocht, maar ook geen bedompte lucht)
- geef een goed uitgebalanceerde voeding
- haal niet opgegeten bederfelijke etenswaren nog dezelfde dag uit het hok
- bewaar het voedsel in een afgesloten ton op een droge, koele plaats
- houd het hok en de ren schoon, en maak ze schoon voordat het nodig is
- voorkom stress bij uw dieren want dat vermindert de weerstand
- huisvest jonge dieren en kuikens niet in hetzelfde hok als de volwassen dieren – ontworm de dieren tijdig en laat ze enten tegen ongeneeslijke ziekten Ziekteverschijnselen
Iemand die veel met dieren omgaat, zal afwijkend gedrag, dat mogelijk wijst op een ziekte, direct herkennen. Enkele symptomen van ziekte en/of parasieten zijn:
- jeuk
- kale plekken
- vermagering
- diarree
- verlammingsverschijnselen
- opgezette poten met afstaande schubben
- ‘bol zitten’(met opstaande veren)
- ontlasting afwijkend van kleur
- niet meer willen eten
Hulp inschakelen
Wanneer u nog niet zo veel ervaring hebt met kippen en vermoed dat uw dieren ziek zijn, kunt u in de meeste gevallen het beste contact opnemen met een dierenarts. Kies dan bij voorkeur een arts die bekendstaat om zijn kennis op het gebied van pluimvee. De meeste dierenartsen zien op hun spreekuren voornamelijk honden en katten. Hieruit vloeit voort dat de parate kennis en ervaring op het gebied van kippen bij de doorsnee dierenarts niet zo groot is.
Veelvoorkomende ziekten en afwijkingen
Diarree
Normale ontlasting van gezonde kippen is groenachtig bruin van kleur met wat wit. Bovendien is de keutel vrij droog van structuur. Hebben kippen diarree, dan is dat een teken dat er iets mis is. In lichte gevallen van diarree kunt u de dieren fijne houtskool te eten geven. Is de diarree erg waterig en zit er misschien zelfs bloed in, vermageren uw kippen en zijn ze lusteloos, dan kan het zijn dat uw dieren Coccidiosis (zie verderop in de tekst) hebben. Diarree kan echter ook veroorzaakt worden door wormen.
Wormen
Er komen verschillende soorten wormen voor bij kippen. Soms komt u ze tegen in de ontlasting van uw dieren, maar soms bemerkt u alleen da uw dieren magerder worden of diarree krijgen. Een wormbesmetting kan worden voorkomen of de kop in gedrukt worden door uw dieren elk jaar te ontwormen, bij voorkeur eenmaal in de lente en eenmaal in de herfst. Omdat het soms lastig kan zijn om kippen een ontwormingsmiddel toe te dienen, zijn deze middelen als poeder verkrijgbaar. Dit poeder kunt u dan door het (vochtig gemaakte) legmeel mengen. Ook is er een ontwormingsmiddel dat u in het drinkwater kunt doen. Deze middelen zijn verkrijgbaar bij gespecialiseerde winkels en bij de dierenarts. Wormen zijn uiterst besmettelijk en kunnen worden overgedragen via de ontlasting. Maak het hok dus goed schoon en ontsmet het regelmatig.
Rode bloedluis
De rode bloedluis is geen luis, maar – net als de mijt – een spinachtige. Deze parasiet heeft acht pootjes en is goed met het blote oog te zien. Een kippenhouder zal deze parasiet echter zelden te zien krijgen, omdat hij zich overdag schuilhoudt in kieren en spleten in het nachthok. Rode bloedluizen zijn nachtactief en reageren op warmte. Ze komen dus pas tevoorschijn als de kippen op stok gaan. Ze kruipen vervolgens op de huid van uw dieren, en doen zich tegoed aan hun bloed. Hoewel rode bloedluizen betrekkelijk weinig voorkomen, zijn deze parasieten verre van ongevaarlijk. Ze kunnen namelijk ziekten als pseudo-vogelpest, vogelcholera en pokkendifterie overbrengen. Bovendien plegen ze een aanslag op de conditie van de kippen.
Werk, om te voorkomen dat uw kippenhok bezocht wordt door mijten, de binnenkant van het hok zo glad mogelijk af en wit het of zet het in vruchtboomcarboleum. De plaats waar u de bloedluis het duidelijkst aantreft, is aan de onderzijde van de zitstok. Zorg er daarom altijd voor dat de zitstok uitneembaar is, zodat u de stok gemakkelijk kunt controleren en reinigen. Tegen rode bloedluis zijn middelen verkrijgbaar die zowel op de kippen zelf als in de omgeving van de kippen toegepast kunnen worden. Een eenmalige behandeling is zelden effectief; vaak zult u de dieren en hun omgeving meerdere keren achtereen moeten behandelen.
Veerluis
Naast rode bloedluis komt bij kippen veerluis veel voor. Luizen vormen een van de grootste plaaggeesten en tevens een van de meest voorkomende parasieten op kippen. Ze zijn met het blote oog zichtbaar. Kippen die last hebben van deze parasieten, hebben vaak erg veel jeuk. Dit uit zich in zeer veel krabben en pikken, waardoor er kale plekken ontstaan. Tegen luis zijn diverse middelen verkrijgbaar, waarvan u de gebruiksaanwijzing nauwkeurig moet volgen. Meestal is het noodzakelijk de behandeling na nog eens drie weken te herhalen, om herbesmetting te voorkomen. Omdat luizen gruwelen van de geur van tabak kunt u ook tabaksstelen in de legnesten plaatsen. De veerluis is de meest voorkomende luizensoort die het effectiefst bestreden kan worden door behandeling met een poeder of spray. Deze middelen zijn in elke dierenspeciaalzaak te koop. Nabehandeling is noodzakelijk om ook de uit de eitjes gekomen nieuwe generatie te bestrijden.
Veermijt
Beschadigde veren kunnen ontstaan door bijvoorbeeld verenpikken of een te kleine doorgang van het binnen- naar het buitenhok. De beschadigingen kunnen echter ook veroorzaakt worden door de zogenaamde veermijt. De staart en soms ook de vleugels van door veermijt aangetaste dieren lijken vaak aangevreten te zijn. Veermijt zoekt namelijk bij voorkeur deze plaatsen op, waar hij zich verschanst in de veerfollikel. De veermijt laat zich niet eenvoudig bestrijden, en de bestrijding moet op twee vlakken plaatsvinden. Allereerst moet u alle kippen uit het hok verwijderen en tijdelijk elders onderbrengen. Maak het hok vervolgens goed schoon en smeer het bijvoorkeur geheel in met een carboleumoplossing. Maak vervolgens een mengsel van tien delen (brand)spiritus, één deel kamferspiritus en een klein beetje sla- of olijfolie, en doordrenk de staart en zo nodig de vleugels van de aangetaste dieren hiermee. Zorg ervoor dat deze plaatsen werkelijk doordrenkt zijn. Deze behandeling moet iedere week worden herhaald, net zo lang tot de dieren vrij zijn van deze (op het oog onzichtbare) parasieten. Zet de behandelde dieren pas terug in hun hok als de carboleumlucht volledig is verdwenen.
Vlooien
Bij de meeste mensen is het wel bekend dat honden en katten vlooien kunnen hebben, maar ook kippen dienen als gastheer voor deze parasieten. Vlooien zijn met het blote oog goed zichtbaar. Wanneer uw kippen last hebben van vlooien, uit zich dat in jeuk, en soms kale plekken of vermagering. Vaak zijn de kammen en lellen bleker van kleur, zeker als er veel vlooien zijn en de kippen hierdoor veel bloed verloren hebben. Omdat vlooien gedijen in een vochtige en warme omgeving, steekt dit probleem meestal in de zomer de kop op. Omdat het grootste deel van de vlooienpopulatie niet op de dieren zelf zit, maar – in ei, pop- of larvestadium – in hun omgeving, heeft de behandeling van de leefomgeving van de dieren de meeste aandacht nodig. Vlooien behoren, evenals bloedluizen en mijten, tot de ectoparasieten. Bestrijding op het lichaam van de dieren kan dus met luizenpoeder of –spray. Pas voor het ontsmetten van het hok dezelfde methode toe als die voor het bestrijden van bloedluis.
Kalkpoten
We spreken van kalkpoten als een kip last heeft van dikke poten die een min of meer verkalkte, ‘verhoornde’ indruk maken en het dier jeuk heeft aan de poten. Wanneer een dier hier al wat langer last van heeft, gaan de segmenten (‘schubben’) van de poten af staan, en vormt zich daartussen een grijzige massa. Dit zijn de uitwerpselen van de mijten. Onderhuids zijn de poten van ernstig aangetaste dieren meestal ontstoken en vaak bloeden de poten ook. In nog verder gevorderde gevallen krijgen de dieren moeite met lopen. De oorzaak is een schurftmijt, ook wel kalkpootmijt genoemd. De schurftmijt is een voor ons onzichtbare parasiet die zich tussen de schubben van de poten nestelt. Wanneer uw dieren hier last van hebben, dan moet het beslist behandeld worden. Wanneer u om de dag de poten in het geheel insmeert met zuurvrije vaseline en dit meerdere keren herhaald zal de mijt, bij gebrek aan zuurstof stikken. Vervolgens kunt u het beste de poten insmeren met een specifiek schurftpreparaat, welke bij de meeste dierenartsen te verkrijgen is. Om herbesmetting te voorkomen moet het hok behandeld worden met een middel tegen parasieten of een goed ontsmettingsmiddel.
Snot
Snot is een bacteriële infectie. Met snot aangedane dieren maken een snipverkouden indruk. Ze ademen zwaar en piepend, hebben opgezwollen oogleden en hun neusgaten zijn vochtig. De dieren ‘niezen’ ook veel. De infectie verspreidt zich razendsnel door het hok en infecteert al uw dieren. Een behandeling met antibiotica is echter effectief en zorgt voor een snelle genezing.
Verkoudheid
Verkoudheid kan niet worden verward met snot. Hierbij zijn de oogleden namelijk niet op gezwollen, maar hebben de dieren wel een ‘loopneus’. Soms houden ze hun snavel open, omdat ze door slijmophoping niet door hun neus kunnen ademen. Verkoudheid treedt vaak op bij dieren die matig verzorgd worden: ze leven bijvoorbeeld in een veel te vochtig hok dat blootgesteld is aan tocht. Ook plotselinge temperatuurswisselingen kunnen verkoudheid veroorzaken. Verkoudheid is doorgaans gemakkelijk te genezen. Zowel de dierenarts als een dierenwinkel met een uitgebreid assortiment heeft hier middelen tegen.
Infectueuze bronchitis
Een derde aandoening van de luchtwegen die nogal eens voorkomt, is infectueuze bronchitis. Aangetaste dieren zitten in elkaar gedoken in het hok en maken rochelende of neuriënde geluiden. De ziekte is erg gevaarlijk, veelal zelfs dodelijk, als ze bij jonge kuikens optreedt. Volwassen kippen kunnen er veel beter tegen en zullen er zelden aan doodgaan. Een goed geneesmiddel is er niet al kunt u wel uw dieren er preventief tegen laten enten.
Coccidiosis
Coccidiosis is een aandoening die ontstaat als een kip besmet is met coccidiën, eencellige diertjes, die de darmen van de kip aantasten. Coccidiosis steekt meestal de kop op tijdens warm weer, en heeft vaak een dodelijke afloop voor jonge dieren. Ook vochtigheid, slechte hygiëne en te weinig ventilatie werken een uitbraak van deze schadelijke eencellige organismen in de hand. De ziekte laat veel verschillende symptomen zien, die naast elkaar kunnen voorkomen, maar soms zijn er maar een paar of helemaal geen symptomen. Enkele hiervan zijn het bol zitten van de kippen, vermagering, terugloop van de leg, bloederige diarree, gapen en verlammingsverschijnselen. Wanneer u vermoedt dat een van uw dieren mogelijk aangetast is, laat u de ontlasting onderzoeken op de aanwezigheid van coccidiën. De dierenarts kan u verschillende middelen meegeven waarmee u deze ziekte kunt bestrijden. Coccidiosis wordt verspreid door de ontlasting dus spreekt het voor zich dat u de hokken brandschoon dient te maken zodra de ziekte is vastgesteld.
Pseudo-vogelpest
De pseudo-vogelpest is een zeer gevreesde ziekte met een dodelijke afloop. De ziekte wordt ook wel ‘Newcastle Disease’(NCD) genoemd. Pseudo-vogelpest is een virale aandoening. Een combinatie van groene ontlasting en volledige of gedeeltelijke verlamming wijst erop dat het dier de ziekte heeft. Andere symptomen die worden waargenomen, zijn ademhalings moeilijkheden en het uitzetten van de veren. Er is helaas geen kruid gewassen tegen de pseudo-vogelpest. U kunt slechts de dieren er preventief tegen laten inenten.
Hopelijk draagt deze informatie bij tot een beter inzicht, een betere verzorging en dus een beter welzijn van de kippen, en zal dit alles ook tot gevolg hebben dat de eigenaar meer plezier heeft in en succes heeft met het houden van de leuke en plezierige huisdieren die kippen zijn.